Na de software, richt de Europese Unie haar pijlen ook op de hardware van smartphones. Om precies te zijn moet het makkelijker worden de batterij in een telefoon te vervangen. Het einddoel: ervoor zorgen dat je minder vaak een nieuwe telefoon koopt.
EU: batterijen in telefoons moeten makkelijker te vervangen zijn
Als sinds eind 2020 werkt het Europees parlement aan beleid dat ontwerp en productie van producten met batterijen moet verbeteren. Of om preciezer te zijn: aan standaarden die in alle landen in Europese Unie moeten gaan gelden om het gebruik van batterijen op allerlei gebieden duurzamer te maken. De nieuwe voorstellen worden nu het onderwerp van definitieve onderhandelingen tussen de verschillende lidstaten.
Één onderdeeltje van het beoogde beleid is, dat het eenvoudiger moet worden om de batterijen in smartphones te vervangen. Hierdoor wordt de levensduur van de telefoon zelf verlengd. Tenslotte is de batterij – die (bijna) dagelijks opgeladen wordt – een van de onderdelen die het meest aan slijtage onderhevig is.
Het voorstel past ook bij nieuwe regels die telefoonbouwers verplichten langere softwareondersteuning te bieden. De Europese Unie wil zo de markt stimuleren smartphones en tablets te maken die makkelijk minstens vijf jaar te gebruiken zijn, zonder dat het complete apparaat vervangen moet worden.
En Samsung?
Tot en met 2014 bracht Samsung vooral telefoons uit waarvan je als gebruik(st)er zelf de accu kon uitwisselen. Met de Galaxy S6 kwam daar in 2015 verandering in. En ook anno nu is de batterij van de Galaxy S22 niet eenvoudig te vervangen, omdat deze stevig vastgeplakt zit in het toestel. Onder de nieuwe wetgeving mag een accu niet meer zo vastgeplakt worden, maar zonder veel extra moeite uit het toestel gehaald kunnen worden.
De kans dat de ouderwetse, losse achterklep terugkomt onder toekomstige wetgeving is overigens niet zo groot. Het gaat er vooral om dat het vervangen van de batterij een snelle, eenvoudige – en dus goedkope – procedure is. Dit hoeft verder niet door de gebruik(st)er zelf te gebeuren.
Vervangingscyclus
Het brede doel van de nieuwe regels is dus een langere levensduur van allerlei elektronica, inclusief smartphones. Dat hierbij meer krachten meespelen dan alleen de wetgeving is ook een feit. In 2015 haalden Europeanen gemiddeld genomen iedere 25 maanden een nieuwe telefoon in huis. Door veranderde wetgeving – en betere telefoons – is het in veel landen inmiddels minder aantrekkelijk om regelmatig een nieuwe telefoon in huis te halen.
In 2020 was de vervangingscyclus dan ook gegroeid naar 40 maanden. Dat is een aanzienlijke verbetering. Toch verwachten analisten dat de cyclus de komende jaren weer wat korter zal worden. De stap naar 5G en economisch herstel na de piek van de Corona-pandemie kunnen daarvoor zorgen – aldus analyses die vóór de Russische inval in Oekraïne werden gemaakt.
Met andere woorden: niet alleen regelgeving beïnvloedt hoe vaak gebruik(st)ers een nieuwe telefoon in huis halen. Ook omstandigheden in de wereld hebben hier een duidelijke invloed. Maar dat duurzamere hardware en langere ondersteuning toch een centrale rol spelen, staat verder buiten kijf.
(via)
Geef een reactie