Het onderstaande artikel is een bijdrage van Thomas Haenen, hoofdredacteur van onze vrienden van GSMinfo.nl. Hij zal de komende tijd hier op GalaxyClub.nl geregeld zijn licht laten schijnen over het reilen en zeilen in Galaxy land – of kwesties daarbuiten.
Goedkope smartphones worden iedere maand mooier, krachtiger en beter. Je hebt tegenwoordig al een goede smartphone voor nauwelijks 100 euro. Hoe kan Samsung zorgen dat een duurder topmodel als de Galaxy S6 zich nog kan onderscheiden?
Samsung Galaxy S6 concept render (bron)
De smartphonemarkt is de afgelopen jaren flink veranderd. Een paar jaar geleden betaalde je nog honderden euro's voor een smartphone die hooguit degelijk presteerde. Toen was de keuze simpel: je kocht voor een lage prijs een budgetsmartphone met een klein scherm en dramatische hardware, of je gaf honderden euro's uit aan een degelijk toestel als de Galaxy S II. Echt smartphonegemak was toen nog voorbehouden aan consumenten met dure abonnementen en een goedgevulde portemonnee. Smartphone prijzen vergelijken had nauwelijks zin: je betaalde eigenlijk altijd (te) veel.
Sindsdien is er veel veranderd. Voor high-end smartphones als de Samsung Galaxy Note 4 betaal je nog steeds de hoofdprijs, maar aan de onderkant van de markt kun je meer kwaliteit dan ooit vinden. Wat is er precies veranderd? Waarom zijn goedkope smartphones opeens zo aantrekkelijk geworden, en wat kan Samsung doen om een toestel als de Samsung Galaxy S6 toch nog zo aantrekkelijk mogelijk te maken? Daar gaan we in dit artikel dieper op in.
Meer hardware voor minder geld
Een van de grootste nadelen van ‘oude' budgetsmartphones was dat ze vaak nauwelijks krachtig genoeg waren om Android goed te gebruiken. Zelfs op een high-end smartphone wilden apps nog wel eens te haperen, dus op een simpele processor met een enkele core en slechts 256 MB werkgeheugen kun je echt gebruiksgemak al gauw vergeten.
Inmiddels zijn de kosten van krachtige hardware flink gezakt, terwijl Google er ook nog eens veel aan heeft gedaan om Android flink te optimaliseren. En het is inmiddels de gewoonste zaak van de wereld dat zelfs een goedkope smartphone van 100 of 150 euro een quad-core processor heeft. Klinkt allemaal ingewikkeld, maar het betekent in feite dat de gemiddelde gebruiker zelfs bij een budgettoestel zelden hoeft te vrezen voor haperende apps.
Dit terwijl de high-end smartphones juist steeds meer stabiliseren qua hardware. Leg je bijvoorbeeld de Galaxy S5 naast de S4, dan zul je in het dagelijks gebruik weinig verschil merken. Gebruik je vooral WhatsApp en Facebook, dan zullen ze op beide toestellen ongeveer even soepel lopen. Schermen worden iets helderder en camera's iets beter, maar echt grote stappen worden er in deze prijsklasse niet meer gemaakt.
Om het even in context te plaatsen: begin 2013 bracht Samsung zowel de Galaxy Pocket Neo als de Galaxy S III uit. Twee smartphones die haast niet te vergelijken waren, zo groot was het verschil in hardware (en prijs). Mensen die de Pocket Neo hebben gekocht kunnen beamen dat dat toestel al vrij snel een hel was om te gebruiken.
Vergelijk dat met het aanbod van dit moment. Je kunt voor iets meer dan 150 euro een Motorola Moto G kopen, of voor een veelvoud van dat bedrag de Samsung Galaxy S5. Beide smartphones hebben een 5 inch scherm en een quad-core processor, beide een degelijk design met een plastic achterkant. Natuurlijk is de Galaxy S5 camera beter en in benchmarks zal het toestel ook beter scoren, maar de kans dat je van de Moto G aankoop spijt krijgt is vrijwel miniem. Dat is wel eens anders geweest bij budgetsmartphones.
Motorola's Moto G: goede smartphone, stukken goedkoper dan de bekende topmodellen
Veel meer concurrentie: lang leve Motorola!
Het toenemende aantal goede en goedkope smartphones komt vooral door de veel grotere concurrentie. Vrijwel ieder bedrijf heeft nu een smartphone met uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor minder dan 200 euro. Sterker nog: de eerste smartphones met groot scherm en 4G-ondersteuning voor iets meer dan 100 euro beginnen al op te duiken.
Een groot deel van de groei in die markt is toe te schrijven aan Motorola. Dat bedrijf introduceerde eind 2013 de eerste Moto G. Deze smartphone kostte nauwelijks 200 euro maar was wel van alle gemakken voorzien. De Moto G was succesvol en werd enkele miljoenen keren verkocht, en in 2014 brachten vervolgens zowat alle fabrikanten hun eigen smartphones voor een lage prijs uit. Vaak nog identiek ook: ze gebruik vergelijkbare schermen, dezelfde chipsets, en alleen de meegeleverde software verschil.
Niet al die nieuwe mobiele telefoons waren even succesvol, want de winstmarge op een goedkope smartphone is erg klein. Je kunt er pas goed aan verdienen zodra je ze in grote kwantiteit weet te verkopen. Dat maakt voor ons consumenten echter weinig uit: wij kunnen tegenwoordig eindelijk een goede telefoon voor weinig geld kopen.
En dan hebben we het nog niet eens over de opkomst van de Chinese merken gehad. Huawei en Honor zijn al actief in Nederland en zijn vaak een stuk goedkoper dan de concurrentie. In China heb je ook nog merken als ZTE, Xiaomi en Oppo die voor nauwelijks 100 euro echte krachtpatsers verkopen. De verwachting is dat die bedrijven binnen een paar jaar ook naar Nederland komen.
De toenemende populariteit van goedkope smartphones begint voor problemen bij Samsung's vlaggenschepen te zorgen. Zo hoopte Samsung verkooprecords te breken met de Galaxy S5, maar uiteindelijk viel dat de Koreanen vies tegen. In het verleden groeide de verkopen van Samsung's vlaggenschip ieder jaar, maar de S5 deed het juist minder goed dan de Galaxy S4. Volgens de fabrikant komt dat door zwaardere concurrentie van budgetsmartphones en Chinese merken. Met de Galaxy S6 in aantocht is het interessant te kijken hoe Samsung komend jaar beter kan concurreren. Wij geven alvast vier manieren waarop Samsung zich kan onderscheiden!
1) Premium design
Er is één kritiekpunt over Samsung's smartphones dat altijd weer terugkeert: het design voelt zo goedkoop aan. Tot voor kort was vrijwel elke smartphone van het bedrijf gemaakt van plastic. Dat is niet erg bij een goedkope telefoon van 100 euro, want dan verwacht je geen luxe. Maar dat zelfs de Galaxy S5, met een adviesprijs van dan 700 euro, grotendeels uit plastic bestond kon niet iedereen waarderen. En terecht: betaal je een ‘premium' prijs, dan verwacht je ook een premium design.
Concurrenten als Apple en HTC hebben dat al een tijdje begrepen. De iPhone 6 en HTC One (M8) hebben luxe designs van metaal en aluminium. Daardoor zijn ze niet mooi om naar te kijken, maar ook erg dun en licht. Volgens de laatste Samsung Galaxy S6 geruchten krijgt dat toestel ook een compleet nieuw design, mogelijk met metaal en glas. Dat zou flink helpen: daarmee kan de S6 zich in ieder geval onderscheiden van Samsung's eigen plastic budgetsmartphones.
2) Betere schermen
Wat ons betreft is het scherm het belangrijkste onderdeel van een smartphone. Immers, je kijkt er de hele dag naar, dus hoe beter de beeldkwaliteit hoe prettiger een smartphone is om te gebruiken. Bij een minder dure smartphone is het scherm vaak van mindere kwaliteit. Niet dat ze opeens afzichtelijk zijn, maar de helderheid is lager of de kijkhoek slechter. Dan kun je je smartphone opeens niet meer goed gebruiken in de volle zon of als het scherm gekanteld is, ofzo. Een premium smartphone kan zich daarom onderscheiden met de beste beeldschermen.
Deze strategie gebruikt Samsung al bij zijn tablets, en we zien het ook al een beetje bij smartphones. De goedkope toestellen krijgen TFT- en LCD-schermen, met een degelijke resolutie en vaak een wat minder goed contrast. Maar voor de duurdere apparaten haalt Samsung de eigen AMOLED-schermen uit de kast. AMOLED-schermen hebben mooiere, levendigere kleuren en zwart beeld is ook ‘echt' zwart. Iedereen die de Galaxy Note 4 heeft gebruikt kan beamen dat het scherm van dat toestel een genot voor het oog is.
Vermeende Samsung Galaxy S6 Edge: gebogen edge schermen als unieke feature?
3) Unieke features
Goedkope smartphones hanteren een beetje het motto ‘Geen fratsen, dat scheelt'. Ze doen wat ze moeten doen, maar daar blijft het ook een beetje bij. Alle budgetsmartphones lijken op elkaar. De hardware is identiek, en 95% van de software ook. Wil je opvallen, dan moet je iets nieuws of unieks doen.
Sommige fabrikanten gaan vooral voor de gimmicks. Dat zagen we een beetje bij de Galaxy S5: de waterdichte behuizing was leuk, maar de andere toevoegingen overbodig. Wie gebruikt de hartslagscanner op dat toestel nog? En was die vingerafdrukscanner niet ontzettend priegelig om te gebruiken? Bij de software was het nog erger: Samsung levert meer dan een dozijn eigen apps mee waarvan je het overgrote deel waarschijnlijk zelden zult gebruiken.
Er is echter ook een manier om unieke features te bieden die wel onderscheidend zijn. Maak bijvoorbeeld de smartphone met de beste camera, zoals Nokia en de Lumia 1020. Of speel met je apps in op de wensen van de gebruikers, zoals HTC doet met BlinkFeed. Huawei's smartphones maken fantastische selfies, en Sony biedt gratis content van zijn film- en muziekstudio's. Daarmee weten fabrikanten zich te onderscheiden van hun concurrenten, én van goedkopere toestellen die al die opties niet bieden.
Waar Samsung's grootste kracht ligt is moeilijk te zeggen. Tot nu toe heeft het Koreaanse bedrijf ieder jaar vooral op kwantiteit boven kwaliteit gelet, en het gebrek aan één onderscheidende feature goed proberen te maken met een wagonlading aan mogelijkheden. Graag zouden we zien dat Samsung met de Galaxy S6 op een of twee gebieden focust, en die zo goed maakt als ze maar kunnen zijn. Een ongekend goede accuduur en de beste apps voor productiviteit, bijvoorbeeld. Of een stevig en aantrekkelijk design, met een camera die altijd fantastische foto's maakt. Het hoeft niet allemaal tegelijk, als er maar één gebied is waarop de Galaxy S6 alle concurrentie verslaat.
4) …en misschien een wat lagere adviesprijs
We begrijpen dat Samsung graag winst wil maken op zijn vlaggenschip. Maar wil je tegenwoordig de nieuwste hardware in huis halen, dan kost je dat tegenwoordig een klein fortuin. Volgens de laatste geruchten begint de Galaxy S6 adviesprijs bij 749 euro, en voor het duurste model betaal je bijna 1000 euro. Ook al volgt Samsung bovenstaande adviezen op, dan blijft het prijsverschil tussen een smartphone van 150 en 750 euro wel érg groot.
Dit is bijvoorbeeld de strategie die de LG G3 volgt. Dat vlaggenschip van eind 2014 heeft oprecht de beste hardware van het moment, maar je kunt hem al kopen voor minder dan 400 euro. Het werkt: LG's high-end smartphones deden in het verleden nooit zo goed, maar met de G3 heeft men verkooprecords verbroken.
Natuurlijk zal Samsung minder winst maken op een smartphone als ze de Galaxy S6 voor minder geld verkopen. Maar op de lange termijn is het essentieel om zo'n toestel interessant te houden. Want als er één ding duidelijk moge zijn na het lezen van dit artikel: een fabrikant moet tegenwoordig flink zijn best doen om zo'n hoge adviesprijs te rechtvaardigen!
Geef een reactie