Stel, je houdt niet van een geprefabriceerde smartphone. Oké, je wilt graag een Samsung Galaxy S5, maar ziet er de uitdaging wel in er zélf eentje te bouwen. Alle benodigde componenten die je dan op je boodschappenlijstje moet zetten kosten je dan ongeveer 185 euro.
Natuurlijk het bovenstaande scenario nogal hypothetisch. Je zult nogal wat moeite moeten doen om van alle componenten één exemplaar te kunnen kopen, en de reis- en verzendkosten maken het hele project uiteindelijk flink duurder dan die 185 euro. Dit bedrag is dan ook de geschatte waarde van de losse onderdelen van de Galaxy S5, volgens onderzoek van het bedrijf IHS.
Met 185 euro – of 256 dollar – is de Galaxy S5 overigens duurder om te bouwen dan de meeste voorgangers, dus een kostenplaatje hadden van rond de 200 dolar, of 145 euro. De voornaamste ‘boosdoener' is het 5,1 inch 1080p Super Amoled scherm, met 63 dollar – 46 euro – de duurste component van het toestel.
Overigens kun je nu natuurlijk niet concluderen dat Samsung dus een slordige 500 euro winst maakt per toestel. De benodigde componenten moeten tenslotte ook vervoerd en geassembleerd worden, evenals de toestellen zelf. En dan is er nog de verpakking, en de kosten die gemaakt worden in het ontwikkelingstraject van het toestel, maar ook van de technologie die gebruikt wordt. Zó rooskleurig ziet die winstmarge er dus echt niet uit.
Dat gezegd hebbende zou het wél een heel aardig project zijn: bouw je eigen Galaxy S5. Maar smartphones zijn geen PC's, en het gaat nog wel even duren voor Google's Project Ara – een modulaire telefoon – daadwerkelijk in de handen van consumenten zal belanden.
Geef een reactie